Ruimen
Column: JoMo
Gepubliceerd: 4 december 2020
Wat bij de teelt van groente en bloemen doordraaien wordt genoemd als restanten of overproductie worden vernietigd, heet in de veehouderij ‘ruimen’ wanneer het dieren betreft. Een wat verhullende term voor het op grote schaal afmaken, afvoeren en vernietigen van beesten. In Denemarken waren dat de afgelopen maanden 17 miljoen nertsen vanwege corona.
Ruim twintig jaar geleden werden als gevolg van de varkenspest in Brabant twee miljoen varkens geruimd. In Groot-Brittannië moesten 200.000 koeien worden afgemaakt omdat ze de gekkekoeienziekte hadden. Bij de Q-koorts moesten hier 30.000 geiten afgeslacht worden. Nu vallen de ganzen plotseling dood uit de lucht door de vogelgriep: honderdduizenden kippen moeten worden geruimd omdat ze mogelijk een gans of eend op bezoek hebben gehad. En wat schetst mijn verbazing, de schaalvergroting in de kalkoen- en geitenhouderij ligt lekker op stoom; 24.000 kalkoenen in een paar grote loodsen is geen uitzondering meer, om over varkens en kippen maar te zwijgen. Alles moet industrieel worden aangepakt en dat noemen we met een mooi woord ‘intensieve veehouderij’.
Omdat alle monden moeten worden gevuld, liefst tegen een afbraakprijs, kunnen we het maar niet laten boeren en tuinders te verplichten tot een efficiënt georganiseerde ophok. Die logica gaat op den duur tussen je oren zitten en je gaat met mensen hetzelfde doen. Dat heet bouwen met hoge dichtheid. Kolossale appartementengebouwen en binnenstedelijke inbrei-locaties, waarbij 10.000 of meer mensen op een vierkante kilometer worden gepropt. Bijen en mieren zijn daar goed in omdat er een strikte hiërarchie heerst. Ze hebben allemaal een eigen taak en verder moeten ze hun snuit houden.
Dat ligt bij de democratisch ingestelde burger toch iets anders. En daarom snap ik zo’n Provincie niet, die coûte que coûte de steden nog voller en dichter wil maken en dus alles tegenhoudt wat buiten de gemeentegrens ligt. We hebben de komende tien jaar één miljoen woningen nodig en de Provincie doet niet anders dan de bouw daarvan te frustreren. Wordt het niet de hoogste tijd, dat het ministerie van Volkshuisvesting terugkeert en de zaak gewoon regelt? Mijn gedachten gaan terug naar Jan Schaefer, staatssecretaris Volkshuisvesting onder Den Uyl, met zijn rauwe maar rake uitspraken: “in geouwehoer kun je niet wonen” en “een spijker lul je niet in de muur”. Ons provinciebestuur draait door en kun je maar het best ruimen.
JoMo