Roxit
Column: Peter van Vleuten
Gepubliceerd: 29 juli 2022
In een grijs verleden kregen we met de goeie ouwe Ship & Horse Band de gelegenheid om een concert te geven in Oostenrijk. Op Sylvesterabend, oftewel Oudjaar. In een restaurant annex danszaal. In Tirol.
We hadden vol goede moed de reis erheen gemaakt, er waren ons gouden bergen beloofd. Een stevige gage, en meerdaags kosteloos verblijf in een mooi hotel, gratis skipassen en natuurlijk volledige kost en inwoning voor een paar dagen. En dan nog muziek maken ook, hoe mooi kon het zijn!
Het enige irritante waren de grensovergangen, waarbij we ieder instrument en elk snoertje moesten inklaren bij de douane. Op een lijst van meerdere pagina’s stond de hele Ship & Horse-inventaris genoteerd, inclusief serienummers en bouwjaren. Als je pech had, mocht je de hele bus ter controle uitladen, en met een beetje mazzel kreeg je na niet al te lang wachten een serie stempels op je ‘carnet’. Achteraf zat er ook wel wat romantiek aan, zo gesandwicht tussen de vrachtwagens met opleggers. En wij dan als echte rockers op tour. Dus wat kon het ons schelen, we waren op weg naar fame & fortune bij ons eerste internationale concert! We zouden Oostenrijk veroveren.
Het was te mooi, natuurlijk.
We waren er vooraf al voor gewaarschuwd dat, wat we ook verder deden, om middernacht hoe dan ook een wals moest worden gespeeld. Traditie. Dat was zo ongeveer de enige gebruiksaanwijzing die wij als Hollandse muzikanten hadden meegekregen. Geen probleem, we hadden de Millionaire Waltz van Queen ingestudeerd en dachten daar wel mee weg te komen. Wij zouden de Ship & Horse daar tussen de Alpentoppen weleens onvergetelijk maken.
Dat laatste is zonder meer gelukt. Zij het een beetje anders dan wij zelf in gedachten hadden.
Ofschoon we op posters in de wijde omgeving luidruchtig waren aangekondigd als ‘die Spitzengruppe aus Holland’ lukte het maar niet om de zaal in beweging te krijgen met ons doorgaans dansgarante repertoire. Niets werkte. Wat we ook deden. Glazige blikken en gefronste voorhoofden waren ons deel. En natuurlijk, toen het 12 uur werd en het Nieuwjaar intrad, bleek onze opvatting van een wals – uitgerekend in het land van herkomst – geenszins te stroken met de ideeën die de dorpelingen daarover hadden. Het werd zelfs een beetje grimmig.
Om kort te gaan: het was een regelrecht fiasco. Een lokale lolbroek zou ons nog wel even ‘redden’ met een aantal schuine Tiroolse liedjes, maar we kregen al snel het sein van de Überober dat we beter konden stoppen.
Ook het vervolg bleek een aaneenschakeling van ramp en tegenspoed. Van de beloofde skipassen wist niemand zich meer iets te herinneren. De plaatselijke impresario was er met onze gage vandoor, zodat we platzak in alle vroegte het hotel moesten uitglippen door de ramen en als een dief in de nacht koers zetten naar de Duitse grens. Nog maar net buiten het dorp maakten we een verschrikkelijke schuiver met de bandbus, waardoor we met de voorwielen boven een metersdiepe leegte kwamen te hangen. Alleen door over de apparatuur klimmend de bus aan de achterzijde te verlaten, konden we het vege lijf redden. Een bereidwillige boer heeft ons geloof ik daarna die kloof uitgesleept.
Daar moest ik allemaal aan denken toen ik Engelse én Europese muzikanten vorige week de noodklok hoorde luiden. Vanwege de Brexit is ook de internationale muziekscene in rep en roer. Niks geen vrij verkeer van mensen en goederen meer. Het is weer lijsten invullen, stempels halen, visa kopen, werkvergunningen regelen, btw-verrekeningen tonen… En wachten, vooral veel wachten. Plus: kosten maken, meestal net de achilleshiel van opkomende bands. Gevolg: een enorme terugloop van veelbelovende acts uit het Verenigd Koninkrijk die de oversteek wagen om te toeren. En steeds minder muziekgroepen die zich vanaf het vasteland naar het VK begeven. Het droogt aan beide zijden van de Noordzee stevig op.
De uitwisseling van Britse bands en Europese bands keldert. De hernieuwde ‘splendid isolation’ waardoor het VK zich door de eeuwen heen onafhankelijk en ongenaakbaar heeft kunnen houden, eist ook z’n tol in de rock & roll. We zijn veertig jaar terug in de tijd.
Er is sprake van een heuse Roxit. En daar is weinig romantiek aan.