Rechtstreeks verslag vanuit Oekraïne door Bergenaar Geert Jan Bak
'Het is zover…’ Drie kinderen en een moeder in veiligheid brengen
Gepubliceerd: 4 maart 2022
Dit is het dus. Angst. Nerveuze angst. Smartphone in je handen, elke minuut opnieuw. Lezen wat je al weet – het is oorlog. Niet ver weg, vlak voor de grens sta ik. Dus ik voel ‘m nu. De oorlog. Onder m’n huid. Angst. Nerveuze angst. Want achter die slagboom zit het gevaar. Ga je misschien wel dood. Denk je. Overdreven – denk je ook meteen. Als je niet oppast, dan ga je dood – logischer. Je blijft maar denken, kortom. Niet structureel. Daar zit een probleem. Je weet niet wat je denken moet. Vandaar die angst. Nerveuze angst. Waarom ik hier ben? En niet thuis op de bank? Simpel antwoord – ik haal drie kinderen op. En een moeder.
Politie – Do you want to cross the border? Hoeveel ongeloof kun je communiceren. Ik krijg vrije doorgang. Tussen groepen Roemenen en hun scheef geparkeerde auto’s. Wachtend op familie of vrienden van de andere kant.
Gezichten
Slagboom. De grens, voor me. Onder mijn voeten, als ik even uitstap. Achter me als ik de ingang van de fuik daadwerkelijk trotseer. Of beter: geen weg terug. Als ik dat al zou willen. Het ontvangstcomité: duizenden strakke gezichten. Jong. Oud. Heel jong. Heel oud. Vaak grauwe maskers. Bang. Hoopvol. Gelaten. Iedereen kent ze nu wel, die beelden. Vanaf de bank, op je tv, via je smartphone. Net als ik, een eeuw geleden. Maar hier staan ze voor m’n neus. In een vertrapte berm. Een brede, rommelige, maar massieve kolonne.
Onbelangrijk
Niemand kijkt naar mijn Nederlands kenteken. Hoe onbelangrijk kan iets zijn? Een gek die om 06:45 uur – paar dagen eerder, nauwelijks wakker – door zijn iPhone hoort fluisteren ‘Het is zover’. Meer niet. Een cryptische noodroep met een heldere vertaling: kom me halen. Kom de kinderen halen.
Dus ik ga.
Good luck
Nog voordat de val definitief dichtklapt, lees ik het nu ook op de gezichten van de douane – onbegrip. Van een smal koppie achter een halfopen luikje krijg ik, zonder me aan te kijken, nog een boodschap mee: ‘Good Luck’. Voor wat het waard is. Toch zorgen die twee woorden voor emotie. Ik voel meteen wat ik verwachten kan, sterker dan voorheen. Genoeg foto’s gezien – iPhone, onderweg. Maar nu geen digitale beelden meer. Oekraïne op de vlucht, zo live als het maar kan.
Vrijheid
De eerste schaduwen glippen langs me heen. Tientallen nog maar. Snelle pas. Bang en blij tegelijk. Vrijheid, vlakbij. Douaneluikje, slagboom, voedselpakket – stairway to heaven. Bijna boven. Nog een paar meter. Het kan niet meer mis. Ook dat lees je in die ogen – hoeft niemand voor mij te vertalen.
Hangsloten
Maar dan, om de hoek van een kolossale terminal, tegen de richting in – de mijne dan: duizenden gezichten, zo blijf ik ze maar noemen. Tienduizenden? Ik heb geen ervaring met het schatten van een menigte. Veel. Verschrikkelijk veel. Lopend, strompelend, sjouwend, kort uitrustend op een rugzak, Rimowa of een zeiltje tussen het afval. Uiteindelijk opeengedrongen voor roestige hekken met hangsloten. De Oekraïense douane en politie doet z’n stinkende best. Maar kijkt – vaak – net zo wanhopig als hun vluchtende landgenoten.
Geen voorrang
Eén auto in de verkeerde richting. Verder honderden voertuigen de goeie kant op. Nee, duizenden – of ik kan weer niet schatten. Het is dringen. Voorrang krijgt niemand. Ook ik niet. De weg is gewoon vol. In één richting – EU. De veilige haven die ik net achter me laat. Net zoals een ongeruste vriendin, een paar dagen eerder, toen ik onverwacht vroeg uit bed sprong.
Salonheld
Omkeren kan niet. Ik ben hier met een missie. Ik ben een salonheld die drie kinderen ophaalt en een moeder. Beloofd is beloofd. Maar – eerlijk – hoe kom ik hier weer uit? Met die enorme last op mijn schouders – alleen ik ben verantwoordelijk, zo voelt dat, voor de veilige aankomst straks, na nog een onbekend avontuur on the road. Met drie kinderen op de achterbank – jongen van 8, twee meisjes van 12 en 14. Dima is de mooiste zwarte krullenbol die ik ooit heb ontmoet – een geromantiseerde perceptie natuurlijk onder druk van een emotionele, onoverzichtelijke situatie. Geschrokken blik, verlegen glimlach bij mijn opkomst in zijn thuis. Later zet hun vader twee prachtige meisjes af – turnsters op hoog niveau. Net zo verlegen als hun neefje.
Under fire
Dit (eerste?) verslag van een reis maak ik omdat ik makkelijk schrijf – vroeger onder meer als journalist, nu om nerveuze angst te beteugelen, denk ik. MAAR (in hoofdletters!): het is hier geen Kiev. Geen Charkov. Geen Mariupol. Geen Cherson – ik noem maar een paar steden under fire. Ik ben niet die Nederlander in UA die al honderden vluchtelingen naar de grens heeft gependeld door gevaarlijk gebied. Ik ben geen reporter aan de frontlijn. Ik heb geen schuilkelder van binnen gezien. Niemand die ik ken, is dood. Ik ben niet bijzonder, maar hoop dat mijn missie lukt. Drie kinderen en een moeder in veiligheid. Van wie de laatste alleen maar drie woorden in mijn oor hoefde te fluisteren – ‘Het is zover’. En daar sta ik dan.
Wonder
We wachten af. Zitten bij elkaar. Ruimen sneeuw. Hakken hout. Vertellen wat we weten, lezen wat, volgen het nieuws en eten chocolade uit Nederland – alsof je die hier niet kunt kopen. Goed nieuws, hoe klein ook, wordt een verslaving. Ook al weet je nu al dat het nooit meer goed komt. Het grootste wonder op korte termijn zou een reset zijn. Van de wereld. Zodat we mogen blijven. Niet hoeven vluchten. Ook al ben ik speciaal daarvoor in Oekraïne geland. De vluchtroutes waaruit we kunnen kiezen, staan in ieder geval vast – alsof hier iets zeker is. Zodra explosies ons leven binnendringen, zijn we weg. Zeggen we tegen elkaar. Wie houdt ons tegen. Denk ik dan maar.
– Locatie – geheim, ofzo. Hoe voorzichtig moet je zijn? In ieder geval – het is hier relatief veilig.
– Om de zoveel kilometer barricades, controle. Vrijwilligers. Deels onwennige jonge gasten, oudere mannen. Meesten met een vuurwapen. Sommigen met een peuk in de mond. Ze geven mij een veilig gevoel – hoe afhankelijk kun je je voelen.
– Eerste luchtalarm op mijn toch al gedifferentieerde CV: gistermiddag. Auto van de weg af, afwachten aan de rand van een dorp. Geen explosies. Kust veilig.
– In de bergen sneeuwt het. Bedenk ze zelf, clichés over een besneeuwd Oekraïens landschap in de vroege morgen. Ik noem ‘sereen, maagdelijk, vredig’. Te mooi om waar te zijn…
Geert Jan Bak.
Oud-journalist Noordhollands Dagblad, Bak & Bakker Journalisten en Filmpartners International. www.gjbmedia.com.