Oorlog aan Zee: Verboden radiobezit en een tragische heldendood
Door: Chris Houtman
Gepubliceerd: 7 oktober 2022
Op zaterdag 13 mei 1943 opende iedere Nederlandse krant met de ingrijpende verordening dat vanaf die datum alle radio’s op last van de Höhere SS und Polizeiführer Hanns Albin Rauter niet meer mochten worden beluisterd en op korte termijn dienden te worden ingeleverd bij de gemeente. De bedoeling van deze maatregel was evident: een nog scherpere censuur en ondermijning van de vrije Nederlandse geest, die dagelijks werd gevoed door de berichten van Radio Oranje, de BBC en na de bevrijding van de zuidelijke provincies, vanaf 3 oktober 1944, ook Radio Herrijzend Nederland.
Lang niet alle inwoners van Bergen gaven gehoor aan de oproep. In een overzicht dat de gemeente op 2 maart 1944 verschafte aan de Duitse autoriteiten blijkt dat er in totaal 293 toestellen werden ingeleverd.
Het inleveren van de toestellen veroorzaakte overigens problemen die niemand had voorzien. Op 29 juli 1943 bijvoorbeeld stuurde de NSB- burgemeester Jan Fijn een brief aan de hoofden der scholen naar aanleiding van een schrijven dat was binnengekomen van het Departement van Binnenlandsche Zaken:
‘Zoals U wellicht bekend is, worden vanwege het Meteorologisch Instituut te De Bilt op ongeregelde tijden radio uitzendingen gehouden, waarin aan boeren en tuinders mededeelingen resp. waarschuwingen worden verstrekt inzake het optreden van ziekten aan cultures, gewassen met name betreffende de aardappelziekte. Nu de radiotoestellen door de Duitsche instanties verbeurd zijn verklaard, zal een zeer belangrijk deel der boeren en tuinders de vermelde berichten niet meer langs dien weg kunnen ontvangen.’
Hierna volgde een suggestie van het “inventieve” Departement om de burgemeesters deze belangrijke agrarische informatie dan maar mondeling te laten doorgeven, in samenwerking met hoofden der scholen die – op hun beurt – via de leerlingen uit boerenfamilies hun ouders zouden kunnen informeren.
Helaas was er vanwege het overtreden van het radioverbod in Bergen één dodelijk slachtoffer te betreuren. Het is een geschiedenis waarbij de tranen je in de ogen schieten. In de Duinstreek van 22 februari 1973 stond een uitgebreid artikel waarin uit de doeken werd gedaan wat er precies gebeurde: samen met zijn vriend Dirk Dekker was de 31-jarige Ben Min zijdelings betrokken bij het Bergense verzet. Ben sliep in de herfst van 1943 niet in zijn ouderlijke woning aan de Natteweg, maar in een oud schuurtje achterin de tuin, waar hij samen met Dirk clandestien naar de Engelse radio luisterde. Toen het tweetal op een avond bij het schuurtje kwam, hoorden ze gekraak in de heg. Ze hielden even halt om goed te luisteren, maar concludeerden dat de kust veilig was en gingen naar binnen om alsnog naar de radio te luisteren. Plotseling hoorden ze buiten kabaal, ze verborgen in allerijl het toestel, voordat de deur van het schuurtje werd ingetrapt. Ze bleken te zijn verraden en nadat het radiotoestel was gevonden werden beide mannen in de boeien geslagen. Na verhoor werden ze overgebracht naar Amsterdam, waar ze, onder bewaking van twee soldaten, in de tram stapten. Bij een tussenstop op de Dam wisten ze echter te ontsnappen. Dirk werd vrijwel meteen weer opgepakt, maar Ben wist uit handen te blijven van de Duitsers en dook onder in Amsterdam.
Bij een heimelijk bezoek aan Bergen, begin 1944, werd Ben echter opnieuw gearresteerd en ditmaal geïnterneerd in de gevangenis in Arnhem. In het voorjaar van 1944 werd hij overgeplaatst naar kamp Vught, waar hij in de beruchte strafbunker terecht kwam. Begin september 1944, toen de geallieerde opmars door Noord-Frankrijk en België zo voorspoedig verliep dat de Britten en Canadezen de Nederlandse grens naderden, raakte de Duitse legerleiding in paniek en besloten ze kamp Vught in allerijl te ontruimen. Enkele honderden gevangenen werden vrijgelaten maar op 4 en 5 september, Dolle dinsdag, werden 450 mannen door de Duitsers gefusilleerd, waaronder Ben Min, 31 jaar oud.
Er is een gedicht van hem bewaard gebleven, geïnspireerd door enkele van de Engelandvaarders die ook in Vught opgesloten zaten. Hij schreef het kort voor zijn executie, op de onderkant van een gevangenistafeltje dat godzijdank bewaard is gebleven:
‘Zij kwamen na jaren, uit Engeland weerom
Met vliegende vaandels en slaande trom
Zij zagen de zon bij het zinken
Op het duin van het vaderland blinken.’
Op diezelfde onderkant had Ben, die goed kon tekenen en ook houten speelgoed maakte voor zijn jonge neefje Mart Groentjes, een paar tekeningen gemaakt van Bergen, zodat hij in zijn cel zijn geboortedorp voor zich kon zien. Het tafeltje is nu in het bezit van de familie en maakte twee jaar geleden onderdeel uit van de tentoonstelling ’75 jaar vrijheid’, die van 14 maart tot 14 juni 2020 te zien was in het Stedelijk Museum in Alkmaar. Ook werd het tafeltje in 2021 getoond tijdens de – vanwege corona – digitale 4 mei videoherdenking vanuit de Ruïnekerk in Bergen en was het te zien in Museum het Sterkenhuis.
Hoe de kille executies van 4 en 5 september 1944 er in kamp Vught aan toegingen, is onder meer in zijn memoires beschreven door het voormalige Joods-Bergense gemeenteraadslid Jacob Hemelrijk, die in diezelfde periode toevallig ook in de strafbunker in Vught opgesloten zat, nadat hij op zijn onderduikadres in Putten was gearresteerd. Hij deelde zijn cel met een man die hij in zijn memoires alleen aanduidt met diens achternaam: Spruyt.
‘Er heerste spanning en opwinding in de bunker. De geallieerden naderden. Men hoorde (de geallieerde) kanonnen in de verte; men rook en snoof de vrijheid, zoals een jachthond het nabije wild. (…) Die avond zag Spruyt – hij kon het door de tralies zien vanuit één plek, doordat een tralie omgebogen was – veel gevangenen fusilleren en gedurende de nacht knalden de salvo’s voort. We hoorden stappen door de stenen gang en grendels knarsen, doodvonnis en voltrekking tegelijk. De bunker trilde van de ingehouden adem der bewoners bij de nadering der stapgeluiden.’
Ben Min, opdat we hem nooit vergeten.
Fragment uit het boek ‘Oorlog aan Zee’ van Chris Houtman, verkrijgbaar bij Boekhandel Thomas of De Eerste Bergensche Boekhandel of digitaal te bestellen via de site van Oorlog aan Zee: oorlogaanzee.com
De opbrengsten van het boek komen volledig ten goede aan de voorstelling ‘Oorlog aan Zee’.
foto Ben Min © familie Min
foto tafeltje © oorlogaanzee
Foto 1: Ben Min in 1939, bij de mobilisatie. Foto: collectie familie Min
Foto 2: Het tafeltje van Ben Min © oorlogaanzee
Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.