Lezers met een mening: Dick van Hoeve
Pleinvrees
Gepubliceerd: 4 maart 2022
Niet als bestuurslid van de Bewonersvereniging Bergen Centrum schrijf ik deze overpeinzing, maar op de persoonlijke titel van een betrokken burger bij zijn leefomgeving. We staan op het punt komende maanden belangrijke stappen te zetten om het hart van de kern Bergen, wat ongelukkig “Plein” genoemd, voor de rest van deze eeuw een gezicht te geven.
Hoe moeten wij tegen het Plein aankijken? Daar gaat dit schrijfsel over.
Een discussie die enerzijds al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw na de verwijdering van Bellolocomotief is begonnen en anderszins nooit is afgerond door het afsterven van mooie gouden Bergens 1.0. 2.0. We mogen hopen dat de nieuwe projectleider
de nog ontbrekende participatie gaat vormgeven.
Ofschoon er stemmen zijn die niet al te veel willen ingrijpen. Behoud van de brandweerkazerne en het Harmoniegebouw met wat aankleding en een Botoxachtige inspuiting van de mini Lijnbaan, en de Bakemaflat. Het is echter een gegeven dat er inmiddels besluitvorming ligt die dit niet mogelijk maakt. Er moet hoe dan ook noodzakelijke nieuwbouw komen die voldoet aan uiteenlopende eisen.
Wat is het “Plein”? Eigenlijk is er geen sprake van een plein.
Het bestaat uit een eerste deel naast het voormalige bankgebouw en voor het “drieluikpand” en winkels en appartementen met de Hema met een parkeerterreintje. Vervolgens een hals met de inmiddels verbrande panden ten noorden van de rijbaan en het retro Amsterdams Schoolpand met de Dekamarkt aan de zuidzijde als tweede deel, uitmondend op de terrassen van restaurant Loetje en de resten van de Bakemaflat als derde stuk. Kortom geen geheel. Het gaat erom hiervan een geheel te maken.
Laten we het eerst hebben over deze Bakemaflat. Volgens enkele erfgoedbewakers, o.a. onze gerespecteerde historicus Frits David Zeiler had er gekeken kunnen worden of deze niet had kunnen worden ingepast in plannen als belangrijke representant van de wederopbouwarchitectuur. Het verdient zeker aandacht om te kijken of ook dergelijke snel verdwijnende bouwsels op bepaalde plekken kunnen worden gespaard. Het probleem echter is dat ze veelal lijden aan een typische inmiddels achterhaalde tijdgeest. De toen in de jaren vijftig beoogde functionaliteit in het kader van een open samenleving is in de twintigste eeuw vervangen door andere behoeften. Het voert in de opzet van dit stuk te ver om uitgebreid te onderbouwen dat tegenwoordig op dorpsniveau fijnschaligheid en intimiteit en veilige ontmoetingsplekken worden gezocht.
De Bakemaflat past, als het al het geval geweest zou zijn, zodanig niet langer op deze plek.
Het gaat mij nu om wat de verwachtingen zijn t.a.v. functie van het gebied voor de rest van de komende eeuw om te komen tot een invulling die recht doet aan de helaas ingewikkelde situatie en de soms tegenstrijdige belangen.
Op dit moment is de aanpak van door de gemeente Winkelhart West genoemde deel waarbij de Bakemaflat gesloopt wordt, actueel. BBI ( Bot Bouw Initiatief ) heeft hiervoor met de gemeente een anterieure overeenkomst gesloten. Je zou ook kunnen zeggen gekregen, maar dit terzijde. Ofschoon door hen schetsen genoemd staan er op hun website behoorlijk uitgewerkte tekeningen van twee gebouwen. Het ene gebouw staat aan de pleinkant naast restaurant Julie. Voor oudere Bergenaren het voormalige woonbuis
van dr. Blok. Het andere staat tegen de Breelaan aan en gedeeltelijk voor dit pand.
Als de keet van Steffs eten en drinken verdwijnt en het monumentje voor Lucebert wordt verplaatst, ontstaat er iets van een pleintje dat mooi kan spiegelen met de terrassen aan de overkant bij Loetje.
Over smaak valt natuurlijk te twisten. De schetsen geven een beeld van trendy niksmismee ontwerpen met afwisselend licht en donker metselwerk en relatief kleine raampartijen. Ongetwijfeld minimaal voldoend aan de eisen voor duurzaamheid en veiligheid. Het zou leuker zijn als hier in de traditie van dit dorp met uitgesproken architectuur gekozen zou worden voor iets uitdagender ontwerpen, zonder dat we weer vervallen in het steedse brutalisme. Het eerste plan van Botbouw met het bureau de Zwarte Hond was weliswaar te groot, maar had elementen daarvan. Sluit de bouw van deze panden, ook ternauwernood passend binnen de door het college vastgestelde maximale maten aan bij de functies die je als bewoner van Bergen zou wensen? Dat is de vraag.
Het gevaar op dit moment is dat er weer allemaal deelontwikkelingen plaats vinden.
Naast Winkelhart West moet ook Winkelhart Oost van de grond komen, waar de tijdelijke frietbar Bello voor het verbrande deel staat en er nog zicht is wat Lidl als eigenaar van het bankgebouw gaat doen. Verder is van belang of het Harmonieterrein binnenkort ontwikkeld kan worden als er duidelijkheid is over de Aldi-affaire.
Wat zouden bewoners van de kern Bergen en bezoekers willen? Hier is feitelijk nooit onderzoek naar gedaan. De gemeente heeft tot nu toe alleen gepraat met direct belanghebbenden (zie de Zeven Dorpelingen met ontwikkelaar Schrama) en plannen gepresenteerd ten aanzien van de openbare ruimte (de Shared Space gedachte). Vijf jaar terug was er een bijeenkomst in de Ruïnekerk waar verschillende partijen ideeën mochten presenteren. Er werd echter door het team van – ik zal zijn naam niet noemen – ambtenaar
en de wethouder duidelijk gestuurd richting de Zeven Dorpelingen. Dit is dus niet proactief. In de visie op participatie wordt aangegeven dat er “geluisterd” moet worden naar de bevolking. Dus zou er gevraagd kunnen worden naar welke “smoel” het centrum van de kern Bergen moet krijgen. Gemeente zou voornemens zijn om opnieuw een presentatiebijeenkomst van de diverse plannen rond het plein te organiseren. Dit lukt blijkbaar niet meer voor de verkiezingen. Het zou een nieuw college sieren dit, als een van de eerste activiteiten, op te pakken, zodat er voor ontwikkelaars, want daar moeten we het toch van hebben, zicht komt hoe eventuele plannen zullen landen.
Hierbij wil ik vast een voorzet geven over welk gezicht ik vind dat het “Plein” moet krijgen.
We beginnen met de entree tussen de bibliotheek en het appartementencomplex.
Hier zou direct een kleine rotonde moeten komen om het verkeer te remmen en een gevoel van “binnenkomen” te realiseren. Op deze rotonde zou een kunstwerk passen dat de identiteit van een kustdorp accentueert. (Zon; zee; zand; duin en bos ) Rechts kan dan door de BBC reeds beschreven halte komen van de bus met een combinatie abri en podium voor het eerste deel van het plein. Met ook “ontmoetingsplekken” en een klein waterwerk in de ruimte die door het verdwijnen van de parkeergelegenheid ontstaat. Voer voor leuke prijsvragen. Links ligt dan een sociaal gebied waar Mooier Bergen al een aanzet toe heeft gegeven. Dit Harmonieterrein genoemd leent zich prima voor verder uitwerking ervan. Kleinschalige sociale nieuwbouw en een wijksteunpunt in samenwerking met de in transitie zijnde bibliotheek. De Harmonie moet een plek krijgen en dat kan worden gecombineerd met expositieruimte/podium waar ook andere werken uit het depot van de gemeente dan in Kranenburgh kunnen worden geëxposeerd. Op een binnenpleintje zou Lucebert terug moeten worden gevonden. Kortom een “kunsthoek” met een sociaal gezicht.
Dan “de Hals.” Aan beide zijden moeten voetgangers en fietsers duidelijk meer ruimte krijgen. Het is niet anders dan dat autoverkeer zich door het gehele plein moet wurmen omgeven door groene promenades.
De huidige eigenaren kunnen panden neerzetten met boven woningen en beneden kleine eenheden voor ondernemingen. Niet perse winkels, omdat het retaillandschap door de online wereld aan het veranderen is. Galerieën; dienstverlening; shop in shopconcepten zoals die al rond het eerste plein enigszins zijn ontwikkeld. Het Lidl/voormalig Amro-pand zou zowel verbouwd als gesloopt kunnen worden. Het laatste biedt volop de mogelijkheid de doorgang naar de Jan Oldenburglaan recht te doen en een open gevel te maken met dezelfde neringen als langs de promenade, Het fraaiste zou zijn dat er vanaf het tweede plein tot aan het eerste plein aan de noordzijde een gedifferentieerde eenheid in architectuur komt. Aansluitend op de Botpanden met daaronder een gecombineerde garage en bewaakte fietsenstalling.
Het tweede plein moet aansluiten bij de reeds bestaande terrassen waarbij het pand aan de Breelaan als er dan toch iets meer hoogte komt dit dan beter hoger kan zijn dan het pand naast Julie. Het ijkpunt is de huidige hoogte van het voorlopig behouden Parkhotel. Beter is het bij dezelfde hoogte te laten als Julie en de overkant van de Breelaan. Laten we dus “Centre Ville“ alsjeblieft het enige landmark blijven.
Laten ook de nodige andere suggesties samenkomen op een aantal bijeenkomsten, zodat dit uiteindelijk leidt tot omgevingsvergunningen die snel kunnen worden uitgevoerd.
Dick van Hoeve