Laurel Canyon aan Zee
Column: Peter van Vleuten
Gepubliceerd: 21 oktober 2022
Even een verhaaltje, ik leg straks uit waarom.
In de vroege jaren zeventig ontstond er in een heuvelachtige buitenwijk aan de noordkant van Los Angeles een ware muzikantenkolonie. De wijk, grenzend aan de Hollywood Hills, heet Laurel Canyon en het werd in die tijd een broedplaats van jonge singers en songwriters uit het alternatieve circuit. Hun namen zijn een halve eeuw later vaak nog steeds legendarisch. Een kleine greep: ‘Mama’ Cass Elliot van the Mamas & the Papas, Joni Mitchell, Frank Zappa, Jim Morrison, Carole King, The Byrds, Buffalo Springfield, Canned Heat en John Mayall woonden er. Maar ook The Eagles, Neil Young en Brian Wilson streken er neer, samen met James Taylor, Jackson Browne, Bonnie Raitt, Linda Ronstadt en Crosby, Stills, & Nash.
De meesten van hen waren twintigers, op hun weg naar roem. Maar de reden dat ze bij elkaar klitten was niet de roem. In dit eigenzinnige dorpje aan de rand van LA zochten ze naar gelijkgestemde geesten, inspiratie en uitdaging. Er werd de kiem gelegd voor onvergetelijke albums en samenwerkingen, er ontstonden stormachtige relaties en er werden banden gesmeed voor het leven. Een concentratie van talent en creativiteit waarvan het cultuurhistorisch belang niet te overschatten is.
Nu mijn punt.
Vandaag gaat de Bergense Kunst10Daagse weer van start, met zoals gewoonlijk veel aandacht voor beeldende kunst en literatuur. Want daar kent de Nederlandse bezoeker ons ‘kunstenaarsdorp’ van. Maar u kent inmiddels mijn stokpaardje: waar is de muziek? Ik zal niet zeggen dat muziek echt de grote afwezige is, want er klinkt ter omlijsting zeker wel het een en ander (zoals aanstaande zaterdag tijdens de Kunstfietsroute, waar ondergetekende ook een aantal miniconcertjes zal geven). Maar toch blijft de muzikale traditie die Bergen heeft voortgebracht nog altijd onderbelicht. Van het klassieke werk van Simeon ten Holt tot en met de rockpoëzie van Thé Lau. Van de bijdrage die de gebroeders Den Tex aan de Nederlandse lichte muziek hebben geleverd tot de wonderschone liedteksten van Sjoerd Kuyper. En dan heb ik het nog niet eens over de Bergense roots van de nieuwe generatie, onder wie ‘onze’ Maan de Steenwinkel en Yori Swart. Met in hun kielzog weer een talent als Julia Schellekens.
Muziekdorp Bergen, waar we niet alleen de anekdote kunnen vertellen van een woedende Jacques Brel in De Pilaren, maar ook van de iconische namen die zijn verbonden aan het podium in muziekcafé De Taverne, ons eigen Klein Paradiso dat volledig draait op particulier initiatief. Muziek zou integraal deel moeten zijn van het culturele karakter dat Bergen zo graag uitstraalt. Maar we laten het tot nog toe liggen. We gaan hoofdzakelijk nog steeds prat op een kortstondige kunststroming van honderd jaar geleden en de (tijdelijke) aanwezigheid van een handvol illustere schrijvers en dichters.
Terwijl ik dit schrijf, kijk ik dan ook uit naar de ontmoeting die staat gepland met Mirjam Flik, die als ‘kwartiermaker’ op dit moment het culturele veld van Egmond tot en met Camperduin in trekt om samen met kunstenaars, culturele organisaties, ondernemers en inwoners, de gemeente Bergen als culturele buitenplaats op de kaart te zetten. Ik wil graag met haar nadenken over een Bergense variant op Laurel Canyon, waar we vanuit een onderbelichte traditie Bergen kunnen laten ‘shinen’ als kunstdorp waar ook de muzikale traditie voor het oprapen ligt. Waar gelijkgestemde geesten zich verzamelen voor samenwerking en inspiratie. Tof dat Mirjam daarvoor een of meer kwartiertjes wil maken.
Geniet allemaal van deze tien heerlijke dagen kunst! En wie weet kunnen we daar volgend jaar op een volwassen manier de muzikale traditie aan toevoegen! Ik geloof erin.
Het moet mooier het moet beter
Met meer amoureus gevoel
Meer vanuit de onderbuik
Zoals het is bedoeld.
Het moet zwaaien met het lichaam
Het moet schudden met het hoofd
In de geest van wat mama zegt
Niets telt, niets werkt, niets doet
Wat het moet doen zonder geloof
(Thé Lau – Geloof)