Koning Pad
Column: JoMo
Gepubliceerd: 2 april 2021
Nu de temperaturen stijgen, ontwaken de padden uit hun winterslaap. Zij hebben een maandenlange geheel vrijwillige lockdown achter de rug. Verscholen en ingegraven in verlaten konijnenholen en mollenritten, is hun lichaamstemperatuur gezakt naar een paar graden boven nul en hun hart nagenoeg tot stilstand gekomen. Het lesprogramma voor de jongvolwassen pad is een halfjaar opgeschort en ook het dollen met de springerige knoflookpad ligt een tijdje stil. Het deert de beestjes niet; er komen andere tijden. Zodra het bloed weer begint te stromen, krijgt de pad het in zijn knoestige bol. En zoals wijzelf graag een reisje willen boeken naar Ibiza of de Costa del Sol om eens helemaal los te gaan, wil de pad zo snel mogelijk naar het water om de orgie van het jaar te vieren. Bij sommige mannetjes is de hormoonspiegel zo hoog gestegen, dat zij tijdens de reis al op de rug van het vrouwtje klauteren en niet meer loslaten totdat de eerste eitjes als dril in het poelwater terecht zijn gekomen.
Een feilloos kompas voert de diertjes rechtstreeks vanuit de duinen naar de moddersloten in het lagergelegen achterland van Bergen. Maar wat een pech. Daar loopt vlak achter de duinen de Herenweg van Bakkum tot Camperduin. Het asfalt is overdag lekker warm geworden en onze trage viervoeter beschouwt zo’n plekje als een aangenaam opwarmertje voor de barre tocht. Plop, plop, plop is niet het geluid van de gelijknamige kabouter noch van een lekke band die zich aankondigt. Met honderden tegelijk pletten de autobanden de rustende schepseltjes tot droogbloemen voor een herbarium. Ze zijn in één keer dood en verlaten het aardse in een onstuimige stemming. Toch: er zal er maar een tussen zitten, die jouw prins had kunnen zijn.
Natuurorganisaties en vrijwilligers, gesteund door de Flora- en faunawet, die deze amfibieën in bescherming neemt, trekken er in het voorjaar op uit. Als kloeke klaar-overs helpen zij de beestjes op vele manieren naar de andere kant van de weg. Vangen in een emmertje is nog wel het simpelste, maar inmiddels worden peperdure schermen aangelegd, ja zelfs hele tunnels gebouwd. Er staan ook kleine verkeersbordjes langs de gladde schermen, die de reislustige trekpad naar de dichtstbijzijnde ingang verwijst. Het mag allemaal niet te dwingend, het is een kwestie van verleiden. Vanwege zijn voorkeur voor vocht en warmte, zijn de tunneltjes daarom voorzien van een watersprenkelaar en buisverwarming. Bij de uitgang staat een mini-snackbarretje met gepofte muggen en gesmoorde escargots, een delicatesse voor elke kikker. Ons hart veert op van vreugde als zij door hun gorgelend gekwaak hun dankbaarheid aan ons kenbaar maken. Wat is de natuur toch mooi! Nu gauw naar huis, want ik moet nog protesteren tegen de coronamaatregelen.
Ach was ik maar een rugstreeppad,
Zes maanden onder zeil,
En als je plotseling wakker wordt,
Blijk je botergeil,
Kwekkend, kwakend naar je poel,
De orgie tegemoet,
Kom, we maken kikkerdril,
En God zag, het was goed.
JoMo