Inspraak en iedereen heeft gelijk
Column: JoMo
Gepubliceerd: 18 september 2020
Dolf en Benito maken ruzie op het schoolplein en er vallen rake klappen. Met gescheurd overhemd en een blauw oog meldt de verliezer zich bij de surveillerende meester. “Dolf heeft mij in elkaar geslagen, terwijl ik gewoon even kletste met een klasgenootje”, klaagt Benito. “Dat vind ik oneerlijk en Dolf”, die zich inmiddels bij het gezelschap heeft gevoegd, “verdient straf.” “Je hebt gelijk”, zegt de docent. Benito mengde zich toen in het gesprek en vond het oneerlijk, dat Dolf zijn vriendinnetje kuste, terwijl het nota bene zijn meisje was. “Vooruit, jij hebt ook gelijk.” “Maar”, briest Dolf, “we kunnen toch niet allebei gelijk hebben.” “Verdraaid”, zegt de meester, “je hebt weer gelijk.”
Ik moest aan deze anekdote denken, toen ik laatst een inspraakavond bezocht. Er bleken die avond uiteenlopende opvattingen te circuleren over de betekenis van het begrip inspraak. Met vuur en argumenten worden de eigen voor- en achtertuin verdedigd tegen al wat het uitzicht dreigt te belemmeren of de drukte doet toenemen. Alles is oké, maar blijf ver van me weg met al dat spektakel, aldus de betrokkenen. In de enquête hadden de bewoners al duidelijk gemeld wat men vooral NIET wilde, en ook uit de ingediende zienswijzen en de gesprekken op het stadhuis was dat zo langzamerhand wel duidelijk. Het probleem voor de wethouder was evenwel, dat er drie bewonersgroepen waren, die alle drie het verkeersprobleem neerlegden bij de andere twee groepen. Iedereen had gelijk!
Teleurgesteld dat er tussen de betrokkenen geen consensus werd bereikt, was het woord nu aan de gemeente. Die kon niet anders dan te beloven dat het hele pakket voorgelegd zou worden aan de Raad, waar onze volksvertegenwoordigers uiteindelijk het laatste woord hebben. Wat op dergelijke inspraakmomenten volledig uit het zicht verdwijnt bij de betrokkenen, is het algemeen belang. We willen betaalbare huizen voor met name de jongere generatie om zo onze dorpen niet te laten eindigen als bejaarden-reservaten of enclaves voor de happy-few. We willen veilige fietspaden en niet te veel toeristen of misschien toch wel. Een voetbalfusie of misschien toch bollenvelden…, dus komt de gemeente nu met een eigen plan.
Niets doen is vaak de meest veilige optie; je weet wat je hebt, terwijl je niet weet wat je krijgt. Onzekerheid lijkt in deze gevallen de grootste bedreiging die men zich kan voorstellen. Dus verzet is geboden, waarbij het algemeen belang uit het oog wordt verloren.
Dolf en Benito hebben hun ruzie tenslotte bijgelegd. Het meisje heeft het uitgemaakt met Benito en is nu met Guus.
JoMo