In the spotlight… cannonau
Door: Renée Bakker
Gepubliceerd: 3 februari 2023
Hèhè, dry january is weer tot zijn eind gekomen. Dus we kunnen weer. Tijd om een bijzondere druif in de spotlight te zetten, namelijk: cannonau.
Cannonau is de meest aangeplante druif in Sardinië. Eerlijk gezegd kom ik weinig wijnen uit Sardinië tegen in Nederland, maar ze zijn er wel! En hoe.
Wisten jullie dat Sardinië ongeveer net zo groot is als Nederland, maar dan met ietsje minder inwoners? Sardinië telt namelijk 1,6 miljoen inwoners.
Van de cannonau-druiven worden rode wijnen gemaakt met een fruitig aroma en een kruidig tintje, een zeer geliefde combinatie.
Cannonau is geen autochtone druif. Autochtone druiven zijn druiven die in een bepaalde streek of gebied aangeplant worden en (bijna) nergens anders te vinden zijn. Grüner veltliner uit Oostenrijk bijvoorbeeld of savagnin uit de Jura. Cannonau is naar het eiland gebracht tijdens de Spaanse overheersing.
Opvallend is dat de wijnbouw in Sardinië geslonken is. Van ongeveer 70.000 hectare in de jaren 80 staan er nu nog zo’n 19.000 hectare aan druiven. Dit komt doordat wijnboeren sinds die tijd meer kwaliteitswijnen hebben geproduceerd.
Cannonau is dezelfde druif als grenache noir uit Frankrijk en dus ook dezelfde als garnacha uit Spanje. Toch proef je verschil. Dat heeft de druif te danken aan het klimaat. Op Sardinië heerst een mediterraan klimaat. Veel wind en zon zorgen voor frisse wijnen met zachte tannines. De wijnen zijn intenser en kruidiger dan een grenache of garnacha.
Cannonau-wijnen worden vaak geblend met de lokale druiven monica en bovale sardo (synoniem voor graciano). Ook deze druiven hebben een fruitig maar krachtig karakter en hebben onze Spaanse vrienden meegenomen naar Sardinië.
In de maanden september en oktober staat het eiland volop in het teken van de oogst. Oftewel: ‘la vendemmia’. Druivenoogst in het Italiaans. Voor de Italianen een feestje.
Deze kruidige maar toch fruitige wijn is een heerlijk glas wijn om dry january mee af te sluiten.
Proost!
Renée