GVD
Column: Peter van Vleuten
Gepubliceerd: 24 februari 2023
Ik moet u even waarschuwen. In dit stukje komen misschien woorden of opvattingen voor waar u wat moeite mee heeft. Of die niet stroken met uw persoonlijke denkwijze. Misschien zijn er zelfs zinsnedes die u als beledigend ervaart, of als ronduit schandalig. Niet dat ik daarop uit ben, maar voor de zekerheid meld ik het maar even. Het staat u in dat geval vrij om daarover in niet mis te verstane bewoordingen verontwaardigd te zijn en als het u oplucht, scheldt u dan rustig een potje. Bij voorkeur via een social media-kanaal onder een pseudoniem. Want niets is zo bevrijdend als iemand op de persoon aanvallen terwijl je zelf anoniem blijft. Afijn, dat weet u allang. Zeker als u op twitter zit.
Waar u alleen niet op moet rekenen, is dat ik dit stukje dan ga zitten aanpassen. Kom op zeg, ik ben geen erfgenaam van de Grote Vriendelijke Dahl! Want ja, als ik een geldbeluste nazaat van de GVD was, dan zou ik inderdaad woordjes en zinnen en namen en karakters gaan veranderen; zogenaamd omdat het, vanuit de tijdgeest van een later moment gezien, opeens niet meer ‘kan’.
Het is allemaal de schuld van de uitgevers met hun ‘sensitivity readers’. Ik heb daar in augustus vorig jaar al eens een column aan gewijd. U kunt daar deze Flessenpost desgewenst op naslaan (hoop ik). ‘Gevoeligheidsredacteuren’ noemde ik ze toen. Inmiddels schijnt het een booming business te zijn: de vacatures vliegen je om de oren. En je hoeft er niet eens zoveel voor te kunnen, begrijp ik. Ja, lezen. Verder heb je er uitermate zuinig afgestelde zenuwen voor nodig. En vooral lange, zéér lange tenen.
Als sensitivity reader voel je feilloos aan welke zinnen of woorden vroeger grappig, neutraal of een beetje beledigend waren maar tegenwoordig – wat God verhoede – misschien wel tot traumatische, onomkeerbare gevolgen zouden kunnen leiden. Iemand met een BMI boven de 30 ‘dik’ noemen mag niet, want o, o, o da’s pijnlijk. Een ‘mannetje’ moet voortaan een ‘persoontje’ worden, want ja – je zal toch maar een vrouwtje voor het hoofd stoten. Terwijl ik dit schrijf, vraag ik me opeens af of je überhaupt nog ‘vrouwTJE mag zeggen. Of mag dat alleen onder de 1 meter 40? Nou zal ik persoonlijk al niet gauw vrouwTJE schrijven. Maar stél nou dat ik dat zou willen, zou dat dan worden weggelakt? Want dat weglakken, daar zijn ze tegenwoordig bedreven in. Niet alleen bij de uitgevers, maar ook bij de overheid. Nou ja, dat weten we sinds de toeslagenaffaire maar al te goed. En de gevolgen zijn ook bekend: lakschade leidt in een democratie al snel tot total-loss.
Vind ik dat je DUS alles maar moet kunnen schrijven en zeggen? Ja. Maar óf je dat altijd per se moet doen, is een tweede. Je hebt ook nog zoiets als empathie, wellevendheid en fatsoen. Als je dat nou echt niet hebt, ga dan vooral je gang met domme en ondoordachte dingen roepen, posten, bloggen en podcasten. Zet jezelf en je IQ gerust voor gek. Maar dan niet janken en slachtofferig gaan doen als je daarop wordt aangesproken. Wie uitdeelt, moet ook kunnen incasseren. Daar is niks mis mee, dat is zelfs heel gezond en heilzaam. Kan je niet jong genoeg leren. Je knieën schaven, een tand door je lip vallen, daar steek je wat van op. Wie altijd op rubberen tegels terechtkomt, is nooit rijp voor de stoep.
Kolere, wat zouden we dáárvan opknappen: kortere tenen, langere lontjes. Dan hadden we ook geen literaire voorproevers nodig. En dan kon de GVD gewoon z’n gang gaan.