Gemeentegrond…
Column: Kauw
Gepubliceerd: 6 januari 2023
Hoe zielig is de mens met al dat geknal. Wij scholen de laatste avond van het jaar in de bomen van de oude begraafplaats.
Een paar dagen later scharrelde ik rond lunchtijd bij Wonder’s voor. Een drukte zeg, hoe is het mogelijk, de mens blijft maar eten! Een jongeman wijst met een moeilijke blik naar de overkant. “Ongelofelijk wat voor een kolos daar is getekend. Ik zoek het even op bij ‘discussieplatform’, dan kan je het zien.” “Nee hè je meent het niet, hoe kunnen we dit stoppen?” “Nou voorlopig zijn er allerlei vormfouten gemaakt dus het is weer als vanouds een slepende kwestie.”
“Maar deze grond is toch van de gemeente, ik bedoel van ons allemaal, wij horen bij zulke ingrijpende zaken toch een stem te hebben!?”
“Het ging ooit al mis bij de poort, je weet wel die roestbakken als je Bergen binnen rijdt. De bevolking kreeg te horen dat zij mochten kiezen uit drie van tevoren geselecteerde ontwerpideeën. En wat gebeurde er… vijf lui bepaalden de keuze en dankzij hen, en ik vermoed velen met mij, blijft het een ram(p)plek.” Terwijl ik dit zo aanhoorde, viel er een stuk stokbrood op de grond. Wat zal ik doen, ermee wegvliegen, of nee, ik wil dit gesprek blijven volgen!
“Wist jij dat de ontwikkelaar, die ook het gebouw achter het voormalige postkantoor bouwde, een aardig ontwerp had ingediend voor het Dorpsplein en dat die EvH dat indertijd in de onderste la heeft geschoven?”
“En niemand heeft het daarna opgepakt. Dat die EvH niet deugde dat weten we, maar Bergen heeft dus nog altijd zijn vijanden in de ambtenarij en tot voor kort in het college. Wat een smerige truc van die wethouder om met een ‘geitenpaadje’ de raad te passeren.” “En dat geitenpaadje, waar stond dat dan voor?” “Het project werd gesplitst, waardoor de raad gepasseerd kon worden.” “Jezus, dat moet je toch niet willen!” “Die gast is lachend met de noorderzon vertrokken en Bergen zit met de gebakken peren. De Bakemaflat weg en opnieuw een ongewenst dorpsgezich.t.
“Wat een achterlijk stel hier in Bergen, sorry dat ik het zeg. Ik dacht in zo’n fijn dorp te zijn neergestreken.”
“We moeten er alles aan doen om de raad te overtuigen om zijn positie in te nemen en zich niet opzij te laten zetten. Dat moet toch met die nieuwe bestuurscultuur lukken.”