Een tovermiddel?

Column: Gerrit Mollema

Een tovermiddel?

De commissaris van de Koning zit zuchtend gebogen over een stapel rapporten als de deur van zijn Haarlemse kantoor opengaat en zijn secretaris binnenkomt.
‘Wat wil je?’ vraagt de dienaar van Willem IV. ‘Ik heb het druk.’
‘Ja, meneer de commissaris, dit moet even. Het gaat over Bergen.’
‘Alweer Bergen? Wat is er toch met dat oord?’
‘Tja, dat lijkt een beetje op het dorp uit Asterix & Obelix. Voortdurend opstandig, altijd wat anders, zelden wat goeds.’

‘En wat is er nu aan de hand?’
‘We zitten vier maanden na de verkiezingen en ze hebben besloten dat er geen coalitie komt en ook geen oppositie. Wethouders moeten solliciteren, ze mogen ook van buiten de partijen komen, en die moeten een zogeheten raadsakkoord uitvoeren.’

‘En wat houdt dat in?’
‘Nou, in dat raadsakkoord wordt volgens formateur Van Eijk geschreven waar ze het de komende jaren over willen hebben, maar nog niet wat de uitkomst is. Dat wordt binnen de raad zelf besproken waarbij is bepaald dat er – heel belangrijk – ‘aan de voorkant’ wordt geluisterd naar de samenleving.’

‘Maar daar hebben we toch verkiezingen voor?’
‘In Bergen blijkbaar niet. Ze willen af van het eeuwige geruzie. En denken met dit plan voor een betere sfeer in de raad te zorgen.’

‘Tja, als ze dat willen…’ zegt de eerste man van de provincie terwijl hij op zijn toetsenbord tikt en naar zijn beeldscherm tuurt.
De secretaris: ‘Maar meneer de commissaris, wat blijft er dan over van de lokale democratie. Je stemde in het voorjaar en hebt nog steeds geen idee wat er met die stem gaat gebeuren. Wethouders kunnen uit Sneek of Schin op Geul komen. En dat wordt ook nog eens allemaal over de zomer heen getild. Het wordt een bende.’

De commissaris knikt naar het scherm en zegt: ‘Zo’n vaart zal het niet lopen. Want ik lees hier net dat Bergen de komende jaren miljoenen extra krijgt van het rijk.’
‘Nou en?’

‘Nou en? Een politicus die merkt dat er geld is uit te geven, dat is zo’n beetje hetzelfde als Asterix die van druïde Panoramix een extra lepel toverdrank krijgt uit zijn beroemde ketel. Die is niet meer te houden.’

‘Dus?’
‘Kijk hier maar.’ Hij schuift het scherm richting de secretaris. ‘Er is al een raadslid die muntjes wil voor een buurthuis en een voetbalcomplex. En een ander pleit nu voor meer groen. Kortom, die gelederen blijven nooit gesloten. Let maar op, dat wordt weer ouderwets hommeles.’
‘Als u het zegt.’

‘Ik zeg het. En nou wegwezen, want ik heb hier een dik stikstofrapport over de landbouw in onze provincie en eentje over fijnstof bij Schiphol. En daarna mag ik me ook nog door een dossier over phas heen worstelen, wat dat ook moge betekenen.’
De secretaris staat op en zegt: ‘Ik ga, meneer de commissaris.’
‘Mooi. En doe de deur achter je dicht.’

Dit gesprek zou zomaar plaats hebben kunnen vinden. Of niet.

Gerrit Mollema