Bezopen tijden
Column: Kauw
Gepubliceerd: 23 oktober 2020
Ik maakte me grote zorgen, hoe moest ik aan kruimels komen nu alles dicht is en de winter eraan komt? Plotseling gilde er een vrouw: “Hé Bier, dat ik jou hier tref, lang niet gezien!” “Hey Marloes, ja, ik zat een tijdje aan de Costa del Sol.” “Nou, niks veranderd hoor, haha wij blijven jong, zij het met wat hulpstukken.” “Effe een koffie to-go doen, hier vlakbij Echt?” “Heftig hè, niet normaal bijna alles dicht, ik weet af en toe niet waar ik het zoeken moet.” “Ja, des te leuker je effe te zien Bier, wat hebben we altijd een dikke lol gehad, weet je nog hoe jij elk weekend wel een gast wist te versieren?”
“Zeker weten, maar op het laatst kwam ik niet van zo’n engerd af. Dat bleek een stalker en nog getrouwd ook!” Met de koffiebekers in de hand namen ze plaats op de ronde bank bij de Hoflaan. Ik hipte ernaartoe en er werd een koekje mijn kant opgegooid! “Weet je nog, lang geleden op zondagmiddag bij Palermo.” “Jezus ja, wat heb ik toen gek gedaan, dat kwam door al dat bier, haha.” “Man wat kon jij zuipen!” “Ja, ik was een keer zo bezopen, dat ik er vierkant uit werd gezet.” “Joh, LOL, nou je het zegt, en ik maar zware shag rollen en met jouw verkering vozen, haha, zo deden we dat”, grijnsde Marloes. “Je zal nu 17 jaar zijn met die ellendige corona.” “Waardeloos ja, maar wij als oudere jongere… nog happy?” vroeg Marloes ineens serieus.
“Nou en of”, en Bier stak haar arm naar voren, behangen met gouden armbanden en een diamanten ring aan haar vinger. Als kauw voelde ik mij minder op mijn gemak daar onder die bank, zeker nu de koek op was. Toch was ik te nieuwsgierig om weg te vliegen. “Ik woon sinds een paar jaar chique de Paris hier in Bergen, beetje shoppen en overwinteren in Spanje, hoewel dat door die rot corona nu niet kan. Ja, mijn gabber doet in onroerend goed. Het was geen toeval dat hij naast mij zat op weg van Benidorm naar Amsterdam, het was gelijk dikke mik. Alleen die koters van hem, die zijn bloed irritant.
Ze hangen maar in de bank, gamen tot diep in de nacht, roken van alles en hun kamers liggen vol rotzooi. En als ik vraag om normaal te doen, hebben ze het gore lef om mij Bier te noemen, echt bezopen.” “Dat is zeker niet normaal, wij hadden vroeger maar te luisteren.” Door hun geproest en gestamp na deze opmerking, maakte ik dat ik wegkwam.