Anekdotes uit de Bergense horeca uit lang vervlogen tijden… Restaurant Vermeulen
Door: Pieter van Dijk
Gepubliceerd: 18 december 2020
Deze is speciaal voor Monique Spaans- Vermeulen! Gefeliciteerd met je verjaardag en omdat je vader zo een top kerel was!
Soms is het moeilijk om grappige voorvallen te vertellen. “Had je bij moeten zijn” plaatst de verteller dan als opmerking, wanneer deze ziet dat zijn geweldig komische voorval, totaal niet overkomt op zijn luisterend gezelschap. Zo heb ik ook heel veel verhalen over Piet, waar het elkaar voor de gek houden, altijd de boventoon voerde. Slechts weinig mensen kenden het “ net op het randje” van het centrum gelegen restaurant, waar de familie Vermeulen ondanks de neon verlichting, een warme en gezellige sfeer wist te creëren.
Nu heet het ‘de oude meester’ na jarenlang de Nap, naar Wouter Nap, te hebben geheten. Maar iedereen die er in de eind jaren 70 kwam, vaak iets langer bleef dan het eten van zijn daghap, die herkent direct de magie die er heerste en als je over Piet begint, dan verschijnt er een warme glimlach op hun gezicht.
Alles kon en alles mocht, was een beetje het gevoel en we waren kind aan huis. Overdag urenlang stripboeken lezen, of (later) darten, af een toe een patatje of een broodje en in de middag kwamen de gokkers, moesten we naar achteren en werd er om geld gespeeld. Maar geen geld op tafel, dat mocht overdag niet. Soms op rustige winteravonden als ze al gesloten waren, gingen we naar boven met de familie en als de kinderen in bed lagen, dan speelden we scrabble. Piet was in alle spelletjes een geducht tegenstander, maar ik had al snel door, dat met scrabbelen, Joke misschien nog wel veel gevaarlijker was en als we er niet uitkwamen, dan werd de dikke van Dale ingezet.
En ik weet nog van een gezamenlijk kerstfeest. Broer Jaap, ons zusje Annemiek, onze moeder en ik waren uitgenodigd bij de familie Vermeulen en als hoogtepunt hadden we een soort IJsvulkaan als dessert. Jarenlang heb ik nog gezocht waar hij die vandaan had, helaas nooit meer gevonden. Maar van de familieverhalen terug naar het dagelijkse gekrakeel. Wie weet zich nog figuren als Guus de schilder, met zijn imposante snor en sigaren, te herinneren? Die wilde altijd om veel geld spelen, wat voor spel het ook was? Of Hans Kobes (Kwiebes, maar wel met een e), die een verzameling lp’s had met de meest wonderlijke muziek, die vaak niet om aan te horen was, maar er stonden allemaal vrouwen op de platenhoezen en dat verzamelde hij?
In het seizoen wisten de toeristen het restaurant wel te vinden, vooral Duitser. Naar mijn idee was het vroeger een typisch Duitse hobby om langs de vele restaurants te lopen om daar uitvoerig de menukaart buiten te bekijken en te vergelijken. Ja en dan kon je bij Piet een eerlijke hap, voor weinig krijgen. Wij moesten in de zomer dan naar de achterzaal om te kaarten en ook het oude echtpaar wat er altijd kopjes koffie dronk en waarvan de dame Gilles de La Tourette had, werd dan gevraagd om iets rustiger te doen. In de winter maakte de vloekwoorden of harde gillen niet uit. Leven en laten leven! Was het Motto bij Piet
En door al die spelletjes en gekkigheid werd het steeds drukker en drukker. Piet zijn grootste lol was als het feest werd om de Slijpertjes op te zetten met “puntje erin, puntje eruit, ja zo gaat ie goed” en feest was het regelmatig. Zo besloten we Michel, Jaap, Joke, Piet en ik om een knalfeest te geven. We nodigden een aantal vrienden uit en vroegen Piet Eg, die als ober in de Pilaren werkte en nogal gevoelig was om in de zeik te nemen, of hij tegen betaling die avond als hofnar wilde spelen? Natuurlijk wilde hij dat niet.
We verhoogden ons bod net zo lang tot hij ging twijfelen en juist toen hij ja wilde zeggen, cancelden wij de deal en werd hij gewoon als gast uitgenodigd. Het feest was een reuze succes, al had ik nog wel dagen pijn in mijn hoofd van de Niersteiner Gutes Domtal een fruitig wit wijntje, wat Joke altijd dronk en niet zo zoet was als bijvoorbeeld Zeller Schwarze Katz, wat bijna iedereen in die jaren dronk. Of de keer dat we met de gebroeders Liefhebber, Joke, Piet en wij een mosselavond op het mini terrasje hielden. Typisch Piet, hij had een “knaak” met secondelijm op het trottoir gelijmd en naarmate de drank vorderde en er steeds meer mensen stopten om die knaak op te rapen, hoe meer lol wij hadden en hoe steeds meer mensen er aanschoven. Piet weer narrig, want het was gewoon een doordeweekse avond en die wilde hij in besloten kring doorbrengen en nu was het werken geblazen. Zijn oplossing was zoals wel vaker simpel, maar doeltreffend. Je mag erbij komen zitten maar je pakt zelf je drank en betaald direct, of schrijft het op! Die avond werden we volledig bediend door wie dan ook en het liep zoals gewoonlijk weer flink uit de hand.
Om af te sluiten met een verhaal wat kenmerkend was voor de mallotigheid die er soms plaats vond. Broer Jaap, die net in de Horse Pub was gaan werken, kwam overdag ook regelmatig langs. Piet en ik zaten in een verhit spel, “Can’t stop” en natuurlijk ging het om geld. Jaap bestelde zijn lunch, biefstuk met brood. Toen het belletje ging, vanuit de keuken, was Piet te druk met spelen en nadenken. Jaap vroeg diverse keren of het zijn biefstuk was? Maar Piet negeerde hem, tot Gerard de kok, het gerecht zelf maar naar voren kwam brengen, met de opmerking. Hoorde je de bel niet, het staat er al een tijdje? Piet, nog steeds te druk, zette het bord naast zich neer en wilde even zijn beurt afmaken. Can’t Stop is ook zo een leuk verslavend spelletje, als je het nog ergens kunt kopen?
Het werd Jaap langzamerhand te gortig en op ietwat dwingende toon, vroeg hij om zijn Lunch. Piet wimpelde hem weer af en zat hem duidelijk te pesten. “Piet mag ik NU mijn eten? “Nee Jaap, je wacht maar even. Het bord is ook nog te warm, dan verbrand ik mijn handen…” Ploep daar verdween een pas gevuld peper of zoutvaatje in de spoelbak. Piet verbolgen. “Ja en dan wacht je nog langer…” Plons daar doken alle bloedig gevulde peper en zout vaatjes in de spoelbak. Het werd een machtspelletje. Ja Jaap, zo krijg je jouw biefstuk ook niet, want hij is koud geworden. Met twinkelende oogjes van de pret, pakte Piet een besteksetje en begon de biefstuk zelf op te eten. “Dan bestel ik toch gewoon een nieuwe…” Ja maar je moet even wachten, want ik ben nu aan het eten. Piet dacht alle troeven in handen te hebben. Maar zoals het in zijn geliefde sport bridgen, ook wel heet. Hij overspeelde zijn hand!
Jaap dacht na, pakte de ketchup fles en schreef met levensgroot over de hele bar. JAAP en met de mayonaise zette hij er een dubbele streep onder. Wij gilden van het lachen, maar Piet niet. De strijd ging nog even door, maar toen we met zijn drieën sorbets gingen bestellen, gaf Piet zich over. Aan sorbets maken had hij een gruwelijke hekel en om het te ontmoedigen, had hij deze ook duurder gemaakt, dan waar dan ook in het dorp. Het aandoenlijke van Piet als hij zich over gaf, was altijd, die ene zin.
“Nou ik heb ook een rotdag!! Want Joke is ziek en…. Zonder Joke en zijn kinderen was Piet zijn leven niets.