Anekdotes uit de Bergense horeca uit lang vervlogen tijden… Kroegenvoetbal
Door: Pieter van Dijk
Gepubliceerd: 19 februari 2021
Het zal er eerder zijn geweest, maar mijn vroegste herinnering van kroegenvoetbal was een wedstrijd Taverne tegen de Kleine Prins, nu het toprestaurant het Parkje. Maar toen een café, waar het altijd druk en gezellig leek. De barkeepster was een rondborstige kleine blonde dame en heette volgens mij Helma? Maar correct me if I’m wrong?
Gebruikelijk in Bergen was het zo lang als ik mij kan herinneren, dat je bij het uitgaan altijd wel even een kijkje ging nemen bij andere café’s. Zo had ieder zijn route en sommige kroegen pasten beter bij elkaar. In die beginjaren van mij, gingen we in het weekendloopje wel eens bij de Kleine Prins naar binnen. Dat was toch heel anders dan Taverne, waar je in de massa kon opgaan. De sfeer was ondanks bijna hetzelfde als in Taverne en van mijn weinige herinneringen aan de Kleine Prins, als kroeg? Weet ik me nog een middag te herinneren dat we daar gingen borrelen en het meest indrukwekkende vond ik als jongeling van 16 of 17 jaar, de potkachel waar een grote gietijzeren pan op stond te pruttelen en aan de bar waren koperen naamplaatjes. Later ontdekte ik dat meerdere café’s dat hadden.
Het maakte toen echter een onuitwisbare indruk op me en het voelde een beetje alsof je op iemand anders zijn plekje ging zitten? Tegen etenstijd vroeg Helma wie er bleef eten? Voor weinig werd er een flink bord hutspot opgeschept en ik weet nog dat ik me helemaal erbij vond horen en thuis voelde.
Taverne bleef echter mijn stamkroeg en toen er met groot tamtam een ‘voetbal kroegenwedstrijd’ tegen de Kleine Prins, werd aangekondigd, koos ik uiteraard voor het elftal van Taverne. Inzet was, de ongelofelijke eer en een vat bier voor de winnaar…Voor wie nog drinken kon, want echt goede voetballers kan ik me bij die wedstrijd niet herinneren, maar wel dat er een biertap langs het veld stond. Dit soort wedstrijden speelden zich altijd af op het van Brederodeveld en ik heb even meegespeeld. Zag helaas al snel dat het meer om de lol dan echt voetbal ging.
Zo kon het gebeuren dat je bij een aanval van de Kleine Prins voetballers, ineens alleen in de verdediging stond, want de anderen stonden even gezellig, rond de tap een biertje te drinken. Toen iemand een poging waagde om de boel te organiseren en als grapje de verdediging van Taverne, de drugslijn noemde, omdat Jan Lakeman ook een poging deed om mee te voetballen, had ik het wel gezien. Oké, ik blowde in die jonge jaren, maar om mijn reputatie nu zo geconfronteerd te zien worden met de werkelijkheid, ging me te ver en ik stopte ermee. De uitslag werd niet echt bijgehouden, wel weet ik hoe Taverne gewonnen had. Tegen de tijd dat we het overwinningsbiertje gingen halen, was het vat in de Kleine Prins al leeg. Maar dat mocht de pret niet drukken.
Iets later in de tijdlijn, kwam er een nieuwe bedrijfsleider in de Taverne. Dit was een serieuze en Jan Mulder was zijn naam. Jan had feeling met sport, wat niet zo gebruikelijk in de Taverne was. Maar er waren er meer, want een klein groepje vaste klanten speelden elke zaterdag, vriendschappelijke potjes voetbal op het Oude Hof. Namen als Ide Min, Marc van Gelder, Geert, Hans Meertens, Cees Jansen en anderen, maakte door de jaren deel uit van dit gelegenheidsteam en zij waren degene die Jan Mulder uitdaagden voor een wedstrijdje.
Jan ging eropin, probeerde een elftal op te richten van Taverne klanten, weer was de inzet, eer en een vat bier en kwam erachter dat er nog steeds niet veel veranderd was. Taverne had geen goede voetballers, wat er een beetje sportief was, speelde bij het gelegenheidsteam en Taverne ging er met iets van 8-0 op. Dat pikte Jan niet en hij vroeg onder andere aan mij of ik niet een paar betere voetballers wist? Nou die wist ik wel. Peter Zwakman en een paar van zijn vrienden kwamen opdraven en nu hadden we een serieus elftal. Die wedstrijd was het wel spannend, weg was de biertap langs het veld en deze keer speelden we 4-4 gelijk. Saillant detail, ik zelf scoorde het 4de Taverne doelpunt met het hoofd…Tatarataaa. Jan was niet kinderachtig en trots als een pauw, gaf hij het vat cadeau vanuit de Taverne voor alle spelers. Slim ook want een vat bier delen met 2 elftallen is zo op en voetballen kijken maakt dorstig, laat staan spelen. Kortom het werd een gezellige boel!
Rond die tijd ging ook de Lamoraal open en het gelegenheidsteam van het oude hof, ging onder de Lamoraal vlag voetballen en voor je het wist, haakte het Zeepaardje aan, waar ik werkte en er ontstond een heuse kroegen league. Jammer genoeg haakten de goede spelers van Taverne af en gingen bij andere kroegen voetballen. Jan Mulder ging weer verderop, met achterlating van zijn zoon Chris, die later ook een grote rol heeft gespeeld in het uitgaansleven van Bergen en wat er ook achterbleef, was de beroemde foto van het Taverne elftal, wat tientallen jaren een plekje heeft gehad aan de muur. Zelf had ik de luxe om te kiezen in welk team ik wilde spelen. Gerard Schiering, eigenaar van Taverne en sportfanaat, had shirts geregeld en de Taverne kleuren waren geel shirt met blauwe broek en we zagen er prachtig uit, alleen het voetballen werd per week minder en minder. Dus mijn keuze was of als één van de betere spelers meedoen bij de Taverne, of als de minste speler meevoetballen bij het Zeepaardje, waar ik werkte. Alkmaarse teams waren ook mee gaan doen met de kroegcompetitie en Taverne was een soort Sitting Duck geworden. Verliezen met dubbele cijfers was volkomen normaal en ik herinner me zelfs een uitslag van 27-0.
De lol raakte eraf, we hadden al meer dan een jaar geen doelpunt gezet en zo begonnen we gedesillusioneerd aan een van de laatste wedstrijden van het seizoen. Tegenstander was uitgerekend “Het Zeepaardje” van Cor mocht ik meespelen, ik was tenslotte collega barkeeper, maar het was niet echt nodig en Taverne had me veel harder nodig. In de rust stond het al 12-0 en ik liep naar de kleedkamer van het Zeepaardje. “Jongens laat mij even een doelpunt zetten?
We hebben het hele jaar nog niet gescoord en we moeten de Taverne eer redden!” ‘Tuurlijk Pieter, we regelen het.’ Nu ging ik weer terug naar de eigen gelederen. Vol bravoure zei ik tegen Gerard. “Ik ben het zat, we moeten onze eer redden dit seizoen, we moeten een doelpunt zetten, al doe ik het in mijn eentje…” Gerard keek me verbaasd aan, Oke, daar hou ik je aan…? Maar hoe we het ook probeerden, de bal kwam gewoon niet naar voren en er was geen moment dat ik ook maar in de positie kwam om een poging tot scoren te wagen.
Gauw even wat smiespelen met Cor Schekkerman en John Bier en daar begon ik een vervaarlijke solo van achteren. Het moet eruit hebben gezien als een slapstickfilm. Alle tegenstanders ontweken me, mijn tempo lag niet echt hoog, maar ik brak door. Alleen 1 speler, had het niet begrepen of gehoord en achtervolgde mij fanatiek. “Laat hem gaan, laat hem gaan” werd er nogal luid gefluisterd. Bij de keeper aangekomen, dook deze al veel te vroeg naar een hopeloze hoek en ja hoor. Daar werd het eerste en enige Taverne doelpunt gescoord van het seizoen. De eer was gered!