Anekdotes uit de Bergense horeca uit lang vervlogen tijden… In Memoriam Ab Grauf (Blauwe Appie)
Door: Pieter van Dijk
Gepubliceerd: 1 januari 2021
Van sommige mensen leer je iets essentieels voor je verdere leven. En sorry Ab, dat heb ik zeker ook van jou! Maar laat ik een aantal jaar daarvoor beginnen.
Mijn oma vertelde vroeger altijd spannende verhalen over haar periode in Nederlands-Indië, waar ook mijn moeder op Sumatra geboren is. Vooral de verhalen over de Dajakkers (koppensnellers van Borneo) en Boeginezen (piraten van Sulawesi) spraken mij als kind het meest aan en vast en zeker hebben deze verhalen een grond gelegd voor mijn zucht naar avontuur. Ik zal een jaar of 16 zijn geweest en begon me net een beetje thuis te voelen in de Taverne. We zaten aan een tafeltje voor het prachtige schilderij van Mart Min te klaverjassen, zeker weten met Art Verburg en waarschijnlijk met Maarten Deterts en Marc van Gelder, toen alle hoofden zich omdraaiden. Met de nodige bombarie kwam jij binnen, donkere zonnebril met spiegelglazen, bontjas aan, de nodige kettingen en ringen en aan je zijde Maria Schols en Sonja Gelling. Ik was meteen zwaar onder de indruk.
Je ogen twinkelden stout en je was zelfverzekerd, maar zeker geen patjepeeër, gaf royaal drankjes en je leek niet alleen op de Boeginese piraten uit mijn dromen, maar je was ook een piraat. Die dag heb ik vast verloren met kaarten, want ook al kende ik Maria vanachter de bar in Taverne, ik was al tiener jochie zwaar verliefd op haar en dan nu aan jouw arm, met Sonja Gelling. Al net zo mooi en mijn ogen bleven maar naar jullie tafeltje naast ons trekken?
Later dat ik achter de bar werkte, kwam je zo af en toe weer langs, een prima klant, beschaafd en duidelijk met veel geld. Je gaf goed fooi, wat een uitzondering was in de Taverne en altijd met die mooie meiden. Kortom ik was onder de indruk… En toen liet je Trianon omtoveren tot THE STRAND, marmer werd uit India gehaald, Lloyd Loom stoeltje in tropische kleuren, een zonneterras boven, waar je cocktails kon drinken, diverse buitenterrassen en zelfs een eigen vlag had je laten ontwerpen. Als horecaffer, vond ik de indeling wat oneconomisch, maar het was wel af en prachtig.
En toen was je plots weg!
Iedereen wist waar je uithing en het was natuurlijk talk of the town. Sonja, Berend en nog wat anderen stopten met werken in the Strand en gedurende lange periode zag je Nicolette wanhopige pogingen doen om de tent te blijven runnen. Maar het ging meer en meer achteruit. Hoe lang het geduurd heeft, weet ik niet meer. Je zult zelf de dagen beter bijgehouden hebben dan ik. Maar het was volgens mij eind 1987, begin 1988 dat je weer vrij kwam. Ik was dat jaar gestopt met de Horeca, want ik zou naar de media academie gaan in Hilversum. Op een doordeweekse avond gingen we met een groepje naar Bergen aan Zee om te poolen. Het was nog lang geen hoogseizoen en heel rustig. Op een gegeven moment vroeg je mij even te spreken en nam me mee naar je kantoortje en later slaaphok. Daar vertelde je me, dat je een borreluur wilde opbouwen en de jonge knul, die je aangenomen had, trok geen publiek.
Het was elke avond doodstil en dat had je barkeeper zo in verleiding gebracht, dat hij aan t gokken op de gokkast was geslagen. En het nodige geld uit de kassa erin had gegooid. Vervolgens met de sleutel het er weer uit had gehaald en terug in de kassa had gestopt. Dat klinkt heel ernstig, maar in de Horeca, was dat een wel vaker voorkomend verschijnsel en ik noem geen namen maar ik kende er wel meer, die dat deden. “Heb je hem eruit geknikkerd?” vroeg ik terloops? En toen kwam zo een wijsheid, die diepe indruk op mij maakte. “Nee, ik heb hem goed op zijn donder gegeven en nu hou ik elke keer wat van zijn salaris in om het terug te betalen, anders zie ik het nooit meer terug. Maar ik weet één ding zeker. Dit flikt hij nooit meer en vanaf nu zal hij betrouwbaarder zijn dan wie dan ook van het personeel!!
Daar moest ik even over denken en gaf je gelijk… Ik deed je een voorstel om je bedrijfsleider te worden en noemde wat ik wilde verdienen per uur. Daar ging je niet mee akkoord. Je wilde zelf de touwtjes in handen houden. Dus ik ging akkoord met minder geld en minder verantwoordelijkheid.
Wat hebben we die zomer een lol samen gehad. Met Marijntje Doedens, Arjan Hink en Barbara, die nog wel heel jong was maar wat een lieverdje. Jij en ik waren regelmatig op de versiertoer met Duitse meiden en ik weet nog dat ik met een Bergens lieverdje was gaan skinny dippen toe de zee licht gaf. Mijn sleutel werkte niet vanwege zand in het slot en dus was ik maar door de sluipweg van het torentje boven, naar binnen geklommen.
Deed de deur netjes voor haar open en hebben op het biljard …euh broodjes gegeten. De volgende dag kwam Marijntje naar mij toe. “Was jij het die vannacht heeft ingebroken? Ab is woest… Toen Je mij zag, plaatste je slechts één opmerking. Was wel een stormachtige nacht, zeker? Er lag zoveel zand op het biljart?? Ik keek veelbetekenend en je moest heel hard lachen. Zeker toen ik je vertelde wie het was… Ik kan nog zoveel verhalen vertellen. Over het laatste feest van mijn klasgenoot Dick Pijper, over de jongens uit je onvrijwillige vakantieperiode. Hoe je die altijd als sociaal werkers betitelde. En die keer dat er wel een heel gevaarlijk ogende man aan de bar zat, waar je alleen al bang van werd als je naar hem keek, ik je riep uit je kantoor. En zei, er is weer een sociaal werker van de reclassering en jij moest lachen en zei. Nee dat is de pastoor…(not) We hadden altijd lol samen, ook die keren dat we met koffiekopjes bekogeld werden en stoïcijns om de beurt een blad voor ons hielden om niet geraakt te worden en gewoon doorkletsten alsof het de normaalste zaak van de wereld was. En die laatste avond. Hoe een personeelslid op mijn verzoek even naar je ging kijken in je hok.
Je was al geruime tijd weg en het was Jazz en Sail en te druk om achter de bar vandaan te gaan. Hij kwam terug met de woorden hij is aan het bureau in slaap gevallen. Zorgzaam vroeg ik of hij je in bed had gelegd. Maar heel laconiek was het antwoord. “Nee ik heb hem laten liggen, maar ik heb wel zijn dope gepakt en triomfantelijk hield het omhoog.
Na die Jazz en Sail heb ik je nog wel af en toe gezien en gesproken, later via social media. Ik wist dat het slecht met je ging en geen bezoek meer wilde hebben. Je wilde herinnerd worden zoals je was en zo zal je altijd in mijn gedachten blijven.
Ouwe Boeginese Piraat!