Alles van waarde…
Column: Peter van Vleuten
Gepubliceerd: 23 september 2022
Vlak na mijn vorige column was er opeens gekrakeel in de Alkmaarse gemeenteraad over ‘onze’ Lucebert en de vraag of zijn dichtregel ‘Van te veel spektakel wankel je allicht’ niet beter van de gevel bij het stadskantoor kon worden verwijderd. De reden: uit opgedoken briefwisselingen van Lucebert was gebleken dat hij als jongeling wel wat erg meegesleept werd door nationaal-socialistische sentimenten. Hij had hier en daar zelfs ondertekend met ‘Sieg Heil’. Verontwaardiging in de raad. Stemmen gingen op om Lucebert te ‘cancelen’. Fout in de oorlog, een uitdrukking die voornamelijk de boomer-generatie nog wat zegt.
Ik ben om de week aan de beurt voor een column op deze plek, dus mijn vingers jeukten al een dag of tien om daar eens iets over te schrijven. Niet om een lans te breken voor de nazi-sympathieën van de kunstenaar die op dat gewraakte moment nog nat achter de oren was. Nee, meer om de über-keurige ophef die erover was ontstaan. Dat Lucebert in zijn jonge jaren een paar vlekjes op zijn blazoen had gehad, was namelijk al lang bekend. Niet bij de raadsleden echter. Zoals het hedendaagse politici betaamt, is er van parate kennis in de raadzalen en kamers van dit land niet veel te bespeuren. Kamervragen en spoeddebatten worden meestal veroorzaakt door de waan van de dag, de koppen van de krant op dat moment. Geen visie op de toekomst, geen benul van het verleden.
Zelfs onze eigen cultuurwethouder Arend Jan van den Beld kreeg persvragen. Of de Lucebertschool haar naam nog wel kon behouden, of Lucebert überhaupt nog wel genoemd mag worden. Arend Jan hield die boot wijselijk af. Ik denk deels omdat hij begrijpt dat er bij zo’n cancelactie een hellend vlak ontstaat waar geen houden meer aan is.
Bijvoorbeeld onze Bergense School-vertegenwoordiger Colnot zou in dat geval ook van de straatnaambordjes moeten. Waar Lucebert nog alleen ‘foute’ sympathieën had, was Colnot gedurende de bezetting als actief bestuurslid van de Amsterdamse kunstkring Arti et Amicitiae er als de kippen bij om haar leden te vragen een Ariërverklaring te tekenen en om – nog voordat dat Duisters dat verplicht stelden – lid te worden van de Kultuurkamer. Joodse leden van ‘Arti’ werden niet langer toegelaten. Dat is niet alleen fout in woorden, maar in daden.
Maar ja, dat staat toevallig niet op de voorpagina’s, dus daar rept geen politicus over. Ignorance is bliss.
Kortom: ik wilde daarover eens een pittig stukje schrijven. Ondertussen knaagde er een gevoel van negativiteit vanbinnen. Zoveel gedoe om bijna niks. Ik kan uit mijn hoofd – en u waarschijnlijk ook – diverse vrienden en dorpsgenoten noemen die er in hun jonge jaren dubieuze denkbeelden op nahielden. De meesten van hen zijn in de jaren des onderscheids weer prima bijgedraaid.
Maar ik zie af van zo’n verhaal. Want goddank werd dat negatieve geknaag liefdevol doorkruist door een liedje dat ik deze week hoorde. Geschreven, gezongen en gespeeld door Julia Schellekens. ‘Iets dat je nooit vergeet’ heet deze prachtige song, die Julia als dochter van Bergense kunstenaars onder de artiestennaam Juliet de wereld in stuurt. Hoog niveau in tekst, melodie en harmonie, en een liedje dat je niet loslaat. Beeld- en beeldschoon. Ik besloot dat ik liever de aandacht geef aan de nieuwe schoonheidscheppers die Bergen vandaag voortbrengt dan aan de vraag hoe fout of goed de cultuurdragers van weleer waren.
Een lied om bij stil te staan dus. Iets van waarde. Een waarde die zeker niet aanvoelt als weerloos, zoals Lucebert ons vertelde. Een krachtig lied vol empathie, mededogen en dankbaarheid. Noem dat maar weerloos. Nee, op dit punt zat Lucebert wat mij betreft dan toch een beetje fout.
Luister hier naar Juliet: https://www.youtube.com/watch?v=j1hpdrMLP8E